Workshop ‘Begroting op orde’ op 7 juni 2017

Aanleiding workshop

In april 2017 heeft de Rekenkamercommissie het rapport ‘Begroting op orde’ aan de gemeenteraden aangeboden. Dit rapport brengt in beeld wat er met de aanbevelingen van drie eerdere rekenkamerrapporten over gemeentefinanciën is gedaan. Een aantal aanbevelingen van de Rekenkamercommissie is opgevolgd; een aantal niet. Voor de Rekenkamercommissie was dit aanleiding om de toelichting van het rapport te combineren met een workshop om te achterhalen welke ontwikkelpunten de ontvangers van onze rapportages belangrijk vinden en welke punten minder belangrijk.

Zie ook het verslag van de workshop met de toelichting/sheets van het rapport ‘begroting op orde’.

Belangrijkste en minder belangrijke ontwikkelpunten uit de workshop

Welke ontwikkelpunten zijn voor de gemeenteraden het belangrijkste? En welke zijn minder belangrijk? In drie groepen werd gediscussieerd over:

  1. Structureel en duurzaam financieel evenwicht.
  2. Inzicht in risico’s en mogelijkheden voor het opvangen van risico’s.

De uitkomsten van de workshop zijn kort samengevat:

1. Structureel en financieel evenwicht

Behoefte aan inzicht
Ontwikkelpunten die werden genoemd als prioriteit gingen vooral om het verkrijgen van beter inzicht. Het gaat dan om inzicht in waar de gemeente staat, waarbij de koppeling tussen beleid (doelstellingen) en geld van belang is. Een begroting is nog te financieel – te boekhoudkundig is – en laat te weinig zien wat er tegen welke kosten zal worden gerealiseerd.

Langetermijneffecten
Ook was er behoefte aan meer inzicht in lange termijneffecten. Wat is er voor nodig om de begroting meerjarig in evenwicht te laten zijn. Hoe kan goed beleid worden gevoerd? Welke politieke keuzen zijn er? Hoe worden klappen opgevangen? Een voorbeeld waarbij meer aandacht voor de lange termijneffecten als belangrijk werd genoemd zijn de decentralisaties in het sociaal domein. Egalisatiefondsen of ‘schommelfondsen’ werden daarbij als nuttige instrumenten genoemd.

Inhoud boven vorm
Over het algemeen kwam naar voren de inhoud boven de vorm te stellen. Grafieken en doorklikken kunnen handig zijn, maar dit heeft geen prioriteit. Niet omdat ze niet belangrijk zijn, maar vooral omdat de inhoud voor gaat. Als inzicht er is dan leidt dit ook tot begrijpelijkheid en leesbaarheid.

2. Inzicht in risico’s en mogelijkheden voor het opvangen van risico’s.

Structurele risico’s
Meer aandacht voor en meer inzicht in structurele risico’s werd belangrijk gevonden. Van belang daarbij is:

  • dat het vooral gaat om risico’s waarbij exogene factoren een rol spelen, zoals de rentestand, grondprijzen en de werkloosheid.
  • dat er behalve financiële risico’s, ook niet-financiële risico’s zijn, zoals reputatieschade.
  • dat transparantie van belang is en inzicht in de onderlinge relaties en effecten van risico’s. Zo kan onderhoud worden
  • doorgeschoven, maar dat kan averechts werken (op verkeerde manier zuinig zijn).

Niet overal kan rekening mee worden gehouden
Aandacht voor risico’s kan ook te ver gaan. Het is niet mogelijk overal rekening mee te houden. Het is van belang om de grootste risico’s te verkennen en daar beheers-mogelijkheden van te overzien en zo nodig voor te bereiden.

Positieve risico’s
Risico’s kunnen ook positief zijn; kansen dat zaken meevallen zijn er ook.

Betreft:
  • Wassenaar
  • Voorschoten
  • Oegstgeest
  • Leidschendam-Voorburg