1.3 Snel, flexibel en slagvaardig handelen

Richtinggevende vragen
  • Hebben we voldoende tijd en middelen voor realisatie?
  • Hoe en wie neemt besluiten en stelt prioriteiten? Kunnen we daarbij voldoende slagvaardig en snel handelen als dat moet?
  • Hebben we verschillende keuzemogelijkheden of alternatieven? Zijn we flexibel?
Lessen in termen van stimulansen en obstakels
  • Vaak wordt de gemeente uitsluitend gezien in haar rol als subsidieverlener. De gemeente kan ook op heel andere manieren samenwerken of een initiatief mogelijk maken. Bijvoorbeeld met kennis, beschikbaar stellen van netwerken, communicatie en ambtelijke capaciteit. Geef meer ruimte en mandaat aan de ambtelijke organisatie om dat beeld om te buigen naar een gemeente die op allerlei gebieden en manieren een bijdrage kan leveren.
  • Naast de gemeente zijn er andere partijen die bereid zijn bij te dragen, zoals woningbouwcorporaties in de vorm van verhuur van een ruimte om niet, een bank met een financiële bijdrage aan kansrijke burgerinitiatieven, kennisorganisaties met expertise bijvoorbeeld op gebied van duurzaamheid en energie.
  • Koepelorganisaties van initiatieven die ondersteunen bij de uitvoering van de projectadministratie en financiële afhandeling.
  • Binnen gemeenten ontbreekt nogal eens een gedeeld beeld over initiatieven die de gemeente wel of juist niet wil ondersteunen. Dat kan leiden tot onduidelijkheid en vertraging van initiatieven.
  • Gemeenten hebben onvoldoende zicht op burgerinitiatieven en deze worden niet actief en vanuit één hand gevolgd. Aandacht voor initiatieven is vaak ad hoc en initiatieven vallen in ‘los zand’. Initiatieven komen niet voldoende op de radar of verdwijnen daar weer vanaf.
  • Gemeenten willen regelmatig initiatieven financieel ondersteunen. Vaak gebeurt dat onder de vlag van subsidie. Subsidieprocessen zijn voor vrijwilligers vaak traag en omgeven met procedures.
    Individuele inwoners of groepen kunnen als natuurlijke rechtspersoon in enkele gemeenten geen subsidie ontvangen. Dat werpt juridische belemmeringen op. In Leidschendam-Voorburg functioneert mede om die reden de Stichting Vlietwensen waar initiatiefnemers laagdrempelig een aanvraag kunnen doen voor ondersteuning van initiatieven ‘voor een betere buurt’. In gemeente Wassenaar is in de subsidieverordening opgenomen dat natuurlijke personen wél in aanmerking kunnen komen voor subsidie.
Tips
Aan initiatiefnemers:

  • Kijk niet alleen naar de gemeente als bron van (financiële) middelen maar maak ook gebruik van alternatieve bronnen, zoals sponsoring door bedrijven en organisaties. Organiseer hulpbronnen in een netwerk van partijen en organisaties die iets kunnen en willen bijdragen. Zo stelde een woningcorporatie ruimte ter beschikking die initiatiefnemers om niet konden huren. Een deskundige partij kan helpen bij het organiseren van een enquête onder inwoners. Een bank ondersteunt kansrijke burgerinitiatieven en heeft daarvoor een potje ingesteld.
  • Doe iedere dag iets in de goede richting. Afstemmen met elkaar, maar niet wachten op elkaar!
  • Zoek naar een koepelorganisatie of andere organisatie die bereid is als rechtspersoon op te treden voor subsidieverlening indien rechtspersoonlijkheid een voorwaarde is voor subsidie.

Aan de gemeente:

  • Houdt financiële middelen vrij om snel en flexibel in te kunnen zetten voor het realiseren van kansrijke initiatieven in samenwerking met maatschappelijke initiatiefnemers. Kijk bijvoorbeeld naar de Rabobank die snel en flexibel middelen kan vrijmaken als maatschappelijke ondernemer.
  • Stel een deel van de programmering afhankelijk van veelbelovende initiatieven én realisatiekansen in plaats van middelen op voorhand te verdelen en versplinteren over allerlei doelen zónder heldere koppeling aan daadwerkelijke realisatie.
  • Faciliteer initiatiefnemers bij het zoeken naar alternatieve financiële middelen en fondsen.
  • Faciliteer initiatiefnemers op een laagdrempelige manier bij het aanvragen van subsidies.
Voorbeeld: Lokaal Energie (gemeente Oegstgeest)

Een gemeentelijke subsidie bleef lang uit, te lang om de voortgang in het initiatief te houden. Initiatiefnemers ervaren vaak dat subsidieaanvragen veel energie vragen en de processen weinig flexibel zijn. De energie die daaraan besteed wordt, kan wellicht beter in de realisatie van het initiatief gestopt worden.: “Zorg voor snellere en flexibeler financiering van initiatieven los van allerlei knellende subsidieregels”.

Voorbeeld: Nationaal Ouderendagcomité (gemeente Leidschendam-Voorburg)

Het comité zoekt aansluiting bij een overkoepelende rechtspersoon waar gemeente Leidschendam-Voorburg wel subsidie aan kan verstrekken (het Nationaal Ouderenfonds). Deelnemers aan werkateliers doen ook suggesties aan de gemeente:

  • ‘Financiële scharrelruimte’ om sneller kansrijke initiatieven te ondersteunen.
  • Flexibele ruimte in ambtelijke capaciteit om aan te wenden voor het gemeentelijk aandeel in kansrijke initiatieven.
  • (Experimenteer)ruimte om knellende regelgeving te ontwijken.