2.3 Samenwerking: tussen maatschappelijke partners onderling

Richtinggevende vragen
  • Weten we elkaar al snel te vinden en werken we samen snel aan oplossingen?
  • Hoe maken we creatieve verbindingen tussen verschillende vraagstukken en partijen?
Lessen in termen van stimulansen en obstakels
  • Via verschillende burgerinitiatieven kun je bijdragen aan doelen van allerlei partijen. Daardoor kun je samen meer realiseren en zijn meer partijen bereid een aandeel te nemen in je initiatief. Zo kan duurzaamheid een concreet onderdeel zijn van veel initiatieven. Zie ook Beursvloer aan de Vliet waar allerlei organisaties, vrijwilligers en ondernemers uit Leidschendam-Voorburg tot uitwisseling komen op basis van ruil van talenten, expertise, vaardigheden, tijd en capaciteit. Ook blijft staan dat veel initiatiefnemers niet weten van elkaars bestaan en zo kansen missen om krachten te bundelen. Zo zijn er nogal wat initiatieven gericht op duurzaamheid en energie die los van elkaar opereren.
    Initiatiefnemers zijn zelf vaak al heel actief in het betrekken van relevante partijen: de gemeente, de woningcorporatie, zorginstellingen en fondsen. “Dat vraagt ook een beetje lef!”
  • Veel maatschappelijke initiatieven opereren op het niveau van een straat, een buurt of wijk en soms een hele gemeente. Er zijn vaak kansen om meer te realiseren door partners buiten je buurt of wijk te zoeken, of soms zelfs door gemeente overstijgend te werken en regionaal krachten te bundelen.
  • Initiatiefnemers ervaren nogal eens dat professionele gesubsidieerde organisaties niet altijd bereid zijn tot samenwerking. Maatschappelijke initiatieven worden soms gezien als concurrentie door andere organisaties.
Tips
Aan initiatiefnemers:

  • Ga gericht op zoek naar wat je bindt: wat is de gemeenschappelijke noemer die je met andere partijen deelt? Breng de gemeenschappelijke noemer onder woorden en deel dit met elkaar.
  • Zoek actief naar win-win en onderlinge synergie: situaties waar je met meerdere partijen doelen en belangen kunt verbinden en samen realiseren.
  • Het kan ook blijken dat er verschillen bestaan – zaken die goed verenigbaar zijn, maar ook tegenstellingen of (potentiële) conflicten die beslecht moeten worden.
  • Als deze verschillen relevant zijn voor het realiseren van het initiatief, is het zaak deze op het juiste moment en op een goede manier bespreekbaar te maken.
  • Duidelijkheid bieden aan de hand van heldere keuzes is dan nodig om voortgang te boeken en een impasse te voorkomen. Ook dit vraagt samenwerking – ook van diegenen die met elkaar verschillen.

Aan de gemeente:

  • Stimuleer uitwisseling en verbindt partijen actief. Kijk bijvoorbeeld ook naar de wijze waarop gemeente Leidschendam-Voorburg invulling geeft aan de Initiatieventafel.
  • Zet subsidies minder bilateraal in, maar veel meer in coproductie met meerdere partijen waarin iedereen zijn/ haar aandeel neemt. Stimuleer daarmee onderlinge samenwerking ook tussen professionele organisaties en vrijwilligers.
Voorbeeld: Levendiger maken Oosthof (gemeente Wassenaar)

Allerlei vrijwilligers en organisaties zoals de Wassenaarse Bouwstichting en Stichting Maatschappelijke Ondersteuning werken samen om het initiatief te realiseren. Initiatiefnemers ervaren echter ook afzijdigheid. Initiatiefnemers onderscheiden diverse grotere en professionele organisaties die een belangrijke bijdrage aan het initiatief zouden kunnen leveren én waarmee een win-win situatie kan ontstaan. Toch blijft samenwerking uit door een andere prioriteitstelling van deze organisaties. Initiatiefnemers ervaren dit als gemiste kansen voor coproductie waarbij de gemeente een regisserende of verbindende rol zou kunnen vervullen. Een belangrijk aanknopingspunt daartoe zien initiatiefnemers in de wijze van subsidieverlening. Deze is niet gericht op het stimuleren van samenwerking en prikkelt gesubsidieerde organisaties onvoldoende om grenzeloos samen te werken in netwerken met andere organisaties en inwoners.

Voorbeeld: Autisamen (gemeente Oegstgeest)

Bij dit project wordt eveneens ervaren dat het initiatief door gesubsidieerde organisaties op gebied van zorg- en hulpverlening als concurrent worden beschouwd (zie ook het bovenstaande voorbeeld). Soortgelijke signalen spelen binnen gemeente Oegstgeest ook bij andere initiatieven. Zo ervaren initiatiefnemers van Langer Zelfstandig Wonen dat hun inzet als een bedreiging wordt ervaren door professionals.

Voorbeeld: 1 plus 1 = 1 (gemeente Leidschendam-Voorburg)

Initiatiefnemers ervaren een stimulans die uitgaat van sociale netwerken die lokaal zijn opgebouwd voor het verbinden van partijen, doelen, belangen en ideeën:

  • De Initiatieventafel van de gemeente en het budget voor wijkinitiatieven, de laatste onder de naam ‘Vlietwensen’.
  • Het vrijwilligerspunt Woej waar bewoners, netwerkpartners en de gemeente elkaar ontmoeten om te werken aan een betrokken samenleving.
  • Beursvloer aan de Vliet’ waar samenwerking tussen maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven tot stand komt en bijdraagt aan ‘matching’. Allerlei activiteiten uit het lokale wijknetwerk, zoals het organiseren van een ‘burendag’.